Schutterij St. Laurentius 1619
Schutterij st.Laurentius neemt als oprichtingsjaar 1619. Er zijn geen harde feiten die dit onderbouwen. Een mogelijkheid voor dit betreffende jaar 1619 is het gegeven dat Arnold Huyn IV van Amstenrade in dat jaar in het huwelijk trad en zijn vader Arnold Huyn III van Amstenrade, Heer van Geleen hem de bezittingen en de heerlijkheid Geleen waartoe ook Spaubeek toebehoorde als geschenk overdroeg. Tot de bezittingen van de Heer van Huyn behoorde onder andere Huis en Hoeve van st. Jansgeleen, het centrum van de heerlijkheid Geleen. (noot 1)
Het oudste gegeven van de schutterij staat op de zilveren vogel, 1630. De zilveren vogel wordt als volgt beschreven;
Een zilveren vogel met twee blauwe ogen, gekroond met een puntkroon, ruim 14,5 cm breed, op 13,5 cm hoog; Hij zit op een tak en is fraai geciseleerd; Aan den tak hangen twee kleine ronde schildjes: op dat van links: een naar rechts gewende klimmende leeuw van keel, en op dat van rechts: het wapen van het huis van Amstenrade, zijnde gevierendeeld 1 en 4, een achtkoppige slangenkruis van zilver op een gouden veld: 2 en 3 drie zilveren koeken, 2 en 1 op een veld van azuur. (noot 2).
In 2004 waren de 2 kleine ronde schildjes niet meer aanwezig.


Voorts zijn door de eeuwen heen zijn 33 zilveren platen uit de 17e en 18e eeuw bewaard gebleven. (noot 3). In 1900 was er nog een koningsplaat van koning L. Moonen uit 1828 maar die is nu niet meer in het bestand van de schutterij.
Er is een oud boekwerk geweest, ” Register van het broederschap van den heyligen martelaar Sinte Laurensius” bevattende gegevens van 1788 tot 1830.
Dit boek bevatte veel onbeschreven bladzijden. In het begin van de 20e eeuw werd het boek voor een ander doeleind gebruikt. Op de achterkant staat een etiket met de opschrift “Eigendom der Kerk/ Register broederschap/ van den/ allerh.Rozenkrans / Spaubeek”.
Op de 1e bladzijden een ledenlijst 1909-1917.
In 1935 en vorige jaren was het boek in bezit van een schoolhoofdweduwe in Spaubeek die het tot haar familiepapieren rekende en het boek niet wenste af te staan aan de schutterij. (noot 4.)
In dit oud register wordt bericht over de verpachting der officiersplaatsen: van de kapitein op 26 oktober 1788; van officiers en onderofficieren op 24 juli1825 e.v. jaren, en van schuttemeesters.
Van de onder-adjudantsplaats, in 1830, waarbij hoort een rood geelachtig scherp; van 2 rode standaarden. De kapitein, in 1788, is voor zijn plaats verschuldigd 9 ton bier en 1 kan brandewijn, de helft in contant geld te voldoen à 4 gld de ton, en de helft te betalen als de schutterij het nodig heeft. In 1826 is pas alles afbetaald.
Ledenvergadering op 6 mei 1829, in tegenwoordiging van burgemeester J.A. Eussen , pastoor L.J.Caris en kapelaan Meukens; In deze vergadering is besloten het officierscorps met 1 lid, n.l. een generaal, uit te breiden. Generaal zal zijn de pastoor, hij geeft daarvoor jaarlijks 1 ton bier zo lang hij in Spaubeek pastoor is. Kapelaan Meukens is zijn aide de camp of veldbestierder waarvoor hij naar zijn believen iets zal aanbieden
Pastoor Caris, in 1828 benoemd als pastoor in Spaubeek, is plechtig afgehaald in de parochie van oud-Geleen. 60 jonge dochters liepen voor, 40 ruiters trokken achter de schutterij mee, waarover een verslag in het boek. Voor de pastorie, de huidige oude pastorie, werden 3 meibomen gezet.
(Eind 1829 wordt pastoor Caris overgeplaatst en is daarmee weer generaal af)
Omstreeks deze tijd heeft men ook een nieuwe secretaris- boekhouder aangesteld, de kas is in handen van de luitenant-kwartiermeester.
Er volgt een namenlijst van 1827 en de rekening van dat jaar.
De koning ontving 5 gld, op de rekening staat het bedrag als “het laatste kwartaal” genoteerd en schijnt de koning 20 gld ontvangen te hebben, al is maar 2 maal een betaling van 5 gld afgeboekt.
(Tegenwoordig, 1937, ontvangt de koning 20 gld.); voor de schuttendienst 2 gld 10 st; voor grenadiersmutsen 24 gld, zijnde het
laatste kwartaal; aan de kerk op de feestdag van St Laurentius 1 gld 16ct; aan tamboers en pijpers.
Hierna is er een namenlijst uit 1828 en de rekening van dat jaar waarop o.a. de volgende posten; 2 bylmans mutzen en de kleeder van den leuper. In 1829 sterft Jacob Lienaers, schutter, oud 97 jaren. De familie geeft een kroon, de kerkdienst kost 1 gld 68ct.
Over 1830 staan de laatste aantekeningen.
Daarmee wordt het stil omtrent gegevens van de schutterij. Heeft de Belgische opstand in 1830 er toe geleid dat dorpse schutterijen in het algemeen hun activiteiten moesten staken? En daarna geen animo is geweest om de draad weer op te pakken.
In iedergeval tot 1894 blijft het stil. Het koningszilver met de zilveren vogel blijkt in een archief, museum, in Maastricht in bewaring te zijn gegeven.
Met inzet van de Spaubeekse Burgemeester Eussen en steun van de rijksarchivaris in Maastricht heeft men het zilver weer in handen van de schutterij weten te krijgen getuige een verslag uit de toenmalige Limburger Koerier
Met groote vreugde vernamen de inwoners dezer gemeente maandagavond dat de vogel was teruggekomen. Deze vogel was van oudsher in gebruik bij de schutterij van Spaubeek en dateert van voor 1630. Er bevinden zich daaraan nog veertig platen, de oudste met het jaartal 1639, de jongste met 1828, toen deze schutterij ontbonden werd*.
Deze vogel mag dan ook uit een oogpunt van oudheidkunde met recht een kunstproduct genoemd worden. Geen wonder dat toen onlangs alhier weder eene geweerschutterij werd opgericht deze vereeniging er hoogen prijs op stelde om in het bezit van dit voorwerp te geraken. Door samenloop van omstandigheden was echter de vogel gevlogen en berustte thans in het museum in Maastricht. De schutters hadden goed zingen “Lieber vogel komm doch wieder”, de vogel bleef echter weg. Onze geachte burgemeester gaf echter den moed niet op. Hij stelde zich in verbinding met de heer archivaris te Maastricht, die met de meest bereidvaardigheid, zijn steun aan onzen burgemeester verleende met het gevolg, dat beider pogingen met een goeden uitslag werd bekroond en de vogel thans weder in eigendom is overgegaan aan onze geweerschutterij. Onze inwoners en vooral de leden van onze schutterij zijn dan ook den edelachtbaren heer burgemeester en den weled. gestrengen heer archivaris ten zeerste dankbaar voor de moeite die zij zich getroost hebben om deze zaak voor onze schutterij tot eene goede oplossing te brengen.
En zoo deed maandagavond de oude vogel onder kanongebulder zijn intocht in onze gemeente waar hij reeds vroeger meer dan twee eeuwen verblijf heeft gehouden. (noot 5)


27 februari 1895 gaat een verzoekschrift, met de statuten, voor het verkrijgen van de rechtspersoonlijkheid van de schutterij naar Hare Majesteit de Koningin. Ondertekend door P.J. Jotten en secretaris P. Moonen. (noot 6)
13 maart 1895 wordt de goedkeuring van het verzoekschrift terug ontvangen. (noot 7) Daarmee is de heroprichting van de schutterij een feit.
Vanaf 1894, enkele jaren uitgezonderd, tot heden is van elk jaar een koningsplaat in bezit van de schutterij en is het totaal aantal gegroeid tot meer dan 150 stuks.
noot 1. Becha uitgave 9 st.Jansgeleen, blz 50-51.
noot 2. L.G.O.G. De Maasgouw 22e jrg 30 april 1900.
noot 3. Archief schutterij st. Laurentius
noot 4. L.G.O.G publication jaarboek 1937.
noot 5. Limburger Koerier 9 juni 1894.
Noot 6. Archief schutterij st. Laurentius.
Noot 7. Archief schutterij st. Laurentius